Afgelopen dinsdag heeft de Eerste Kamer de Wet uitbreiding taakstrafverbod verworpen. Hiermee is het taakstrafverbod voor daders van geweld tegen hulpverleners van tafel. Terecht, als je het mij vraagt. Dit wetsvoorstel was een gedrocht.
In deze blog leg ik je uit waarom.
Eerst even de achtergrond. Het Wetsvoorstel uitbreiding taakstrafverbod houdt (hield) in dat het huidige taakstrafverbod voor gewelds- en zedenmisdrijven (art. 22b Sr) zou worden uitgebreid naar elke vorm van geweld tegen personen in de uitoefening van een publieke taak in het kader van de handhaving van de orde of veiligheid. Het gaat om politiemensen, medewerkers van de brandweer of ambulance, buitengewoon opsporingsambtenaren, etc. Met andere woorden: fysiek geweld tegen hulpverleners zou niet meer met een taakstraf mogen worden bestraft, maar moest verplicht met een gevangenisstraf worden afgedaan.
De eerste reden dat dit wetsvoorstel een uitermate slecht idee was, is dat rechtspreken maatwerk is. Geen strafzaak is gelijk en geen verdachte is hetzelfde. Als deze wet zou zijn aangenomen zou de rechter de mogelijkheid worden ontnomen om maatwerk te leveren. En dat is broodnodig. Niet alleen omdat de ‘persoon van de verdachte’ kan verschillen maar ook de daadwerkelijke ‘handelingen’. Stel je eens voor dat jij niet degene was die die ambulancebroeder een trap gaf, maar ‘enkel’ degene die erbij stond en al dan niet ‘aanmoedigend’ aan het schreeuwen was. Ook in dát geval kun je veroordeeld worden voor openlijke geweldpleging. Is een paar maanden brommen dan nog steeds zo rechtvaardig? Ook als het de eerste keer was dat je met justitie in aanraking komt, je daardoor je baan kwijtraakt, en misschien nooit meer ergens anders aan de slag kan omdat je geen VOG meer krijgt?
Het is aan de rechter om te bepalen wie wanneer welke straf krijgt. En juist met relschoppers, zo hebben we vorig jaar bij de coronarellen gezien, schuwt de rechter het opleggen van onvoorwaardelijke gevangenisstraffen niet bepaald. Maar wel alleen als het passend is.
De tweede reden dat dit wetsvoorstel een uitermate slecht idee was, is dat het wetsvoorstel indruiste tegen de trias politica. In een rechtsstaat heb je drie machten: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. De drie machten controleren elkaar, maar bemoeien zich verder niet met elkaar. Dat wordt ook wel het systeem van checks & balances genoemd. Elke macht blijft op zijn eigen plek zitten om het geheel in evenwicht te houden. Zo is er nooit één die alle macht naar zich toetrekt en zo voorkom je een dictatuur. Maar wacht, zegt de wetgevende macht in dit geval dan nu wat de rechtsprekende macht moet doen? Bingo. Met het wetsvoorstel zou de wetgever de opdracht aan de rechter geven om een gevangenisstraf op te leggen. Dat kan en mag nooit de bedoeling zijn.
Overigens is dit ook de reden dat niet alleen de advocatuur tegen dit wetsvoorstel was, maar ook de Raad van State (het adviesorgaan bij wetsvoorstellen), de Raad voor de Rechtspraak (rechters zelf dus!), leden van het OM en de Reclassering. Dus nee, het is zeker niet zo dat alleen ‘wij strafrechtadvocaten’ faliekant tegen waren omdat het in het nadeel zou zijn van onze cliënten. Allesbehalve.
Tot slot. De taakstraf is een bewezen effectievere straf dan een kortdurende gevangenisstraf. Afgelopen maandag nog verscheen een onderzoek in het nieuws waaruit bleek dat jongeren na een taakstraf minder vaak de fout in gaan dan na een korte celstraf. Een gevangenisstraf kost de samenleving twee keer zoveel geld als een taakstraf (en krijgt er vervolgens niets voor terug). Met een taakstraf behoudt de dader zijn evt. baan, hij of zij staat onder controle van de Reclassering (soms jarenlang), en er wordt nog iets gedaan voor de samenleving ook. Die taakstraf is dus (in sommige gevallen!) zo slecht nog niet.
Kort en goed: uiteraard moet de rechter de mogelijkheid hebben om aan relschoppers flinke onvoorwaardelijke gevangenisstraffen op te leggen. Maar die heeft de rechter al. Er is geen enkele reden voor het verplichten van die mogelijkheid. Sterker nog: een verplichting is een ronduit slecht idee. Ik ben blij dat de Eerste Kamer (hoewel met een nipte meerderheid) dat nu ook heeft geconcludeerd.