“Lik op stuk. Geen geldboete, geen taakstraf, maar de bak in! Vandaag heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Taakstrafverbod. Een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat geweld tegen agenten en hulpverleners passend wordt bestraft.” zo schreef Sander Dekker (Minister voor Rechtsbescherming) afgelopen dinsdag op Twitter. Inderdaad lijkt dat zo op het eerste gezicht prachtig nieuws. Alle relschoppers van nu en de toekomst niet meer schoffelen maar meteen een paar maanden brommen, hoera!
Jongens, dit wetsvoorstel is in feite een gedrocht. In deze blog leg ik uit waarom.
Eerst even de achtergrond. Het Wetsvoorstel uitbreiding taakstrafverbod houdt in dat het huidige taakstrafverbod voor gewelds- en zedenmisdrijven (art. 22b Sr) wordt uitgebreid naar elke vorm van geweld tegen personen in de uitoefening van een publieke taak in het kader van de handhaving van de orde of veiligheid. Het gaat om politiemensen, medewerkers van de brandweer of ambulance, buitengewoon opsporingsambtenaren, etc. Zoals collega @advocaatboef al schreef: als je een karatekick geeft aan een ME’er, solliciteer je dus met honderd procent succes naar een gevangenisstraf. Op dinsdag 2 februari jl. is het wetsvoorstel met een kleine meerderheid door de Tweede Kamer aangenomen.
De eerste reden dat dit wetsvoorstel een uitermate slecht idee is, is dat rechtspreken maatwerk is. Geen strafzaak is gelijk en geen verdachte is hetzelfde. Door deze wet wordt de rechter de mogelijkheid ontnomen om maatwerk te leveren. En dat is broodnodig. Niet alleen omdat de ‘persoon van de verdachte’ kan verschillen maar ook de daadwerkelijke ‘handelingen’. Stel je eens voor dat je niet degene was die die karatekick gaf, maar ‘enkel’ degene die erbij stond en aan het schreeuwen was. Ook in dát geval kan je veroordeeld worden voor openlijke geweldpleging (zie mijn post van 25 januari jl.) Is een paar maanden brommen dan nog steeds zo rechtvaardig? Ook als het de eerste keer was dat je met justitie in aanraking komt, je daardoor je baan kwijtraakt, en misschien nooit meer ergens anders aan de slag kan omdat je geen VOG meer krijgt?
Het is aan de rechter om te bepalen wie wanneer welke straf krijgt. En juist in de afgelopen weken hebben we gezien dat de rechter het opleggen van onvoorwaardelijke gevangenisstraffen bepaald niet schuwt. Maar wel alleen als het passend is.
De tweede reden dat dit wetsvoorstel een uitermate slecht idee is, is dat het wetsvoorstel indruist tegen de trias politica. In een rechtsstaat heb je drie machten: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. De drie machten controleren elkaar, maar bemoeien zich verder niet met elkaar. Dat wordt ook wel het systeem van checks & balances genoemd. Elke macht blijft op zijn eigen plek zitten om het geheel in evenwicht te houden. Zo is er nooit één die alle macht naar zich toetrekt en zo voorkom je een dictatuur. Maar wacht, zegt de wetgevende macht in dit geval dan nu wat de rechtsprekende macht moet doen? Bingo. Met het wetsvoorstel geeft de wetgever de opdracht aan de rechter om een gevangenisstraf op te leggen. Dat kan en mag nooit de bedoeling zijn.
Bijzonder is overigens ook dat de wetgevende macht alle adviezen naast zich neer lijkt te leggen. De Raad van State (het adviesorgaan bij wetsvoorstellen), de Raad voor de Rechtspraak (rechters zelf dus!), leden van het OM en de Reclassering hebben Dekker allemaal geadviseerd om het taakstrafverbod niet uit te breiden. Dus nee, het is zeker niet zo dat alleen ‘wij strafrechtadvocaten’ faliekant tegen zijn omdat het in het nadeel zou zijn van onze cliënten. Allesbehalve.
Tot slot. De taakstraf is een bewezen effectievere straf dan een kortdurende gevangenisstraf. Personen aan wie een gevangenisstraf is opgelegd gaan 50% vaker opnieuw de fout in dan personen aan wie een taakstraf is opgelegd. Een gevangenisstraf kost de samenleving twee keer zoveel geld als een taakstraf (en krijgt er vervolgens niets voor terug). Met een taakstraf behoudt de dader zijn evt. baan, hij of zij staat onder controle van de Reclassering (soms jarenlang), en er wordt nog iets gedaan voor de samenleving ook. Die taakstraf is dus (in sommige gevallen!) zo slecht nog niet.
Kort en goed: uiteraard moet de rechter de mogelijkheid hebben om aan relschoppers flinke onvoorwaardelijke gevangenisstraffen op te leggen. Maar die heeft de rechter al. Er is geen enkele reden voor het verplichten van die mogelijkheid. Sterker nog: een verplichting is een ronduit slecht idee.